Veel bonsailiefhebbers schenken te weinig aandacht aan de bemesting van hun bonsai. Nochtans is het belangrijk dat iedere boom voldoende en tijdig voeding krijgt. Zeker omdat we onze grondmengsels zeer doorlaatbaar maken en arm samenstellen. Een doorgedreven bemesting wordt dus zeer belangrijk.
Buitenbonsai
- Gebruik bij voorkeur organische vaste voeding.
- Voordelen:
- Goed te doseren.
- Bevat micro-organismen die voedingsstoffen langzaam afbreken en vrijmaken voor de wortels.
- Bevat weinig of geen zouten en is veilig bij lichte overdosering.
- Voorbeelden:
- Bio-gold 5,5-6,5-3,5
- Green King 6-5-2
- Sumo C2 Balance 5,5-6,5-3,5 (Franse organische meststof)
- Tibolar RS 4-6-2
- Grote blikken uit Japan met grote ronde pellets
Voorkeur voor Bio-gold
- Reukloos en bevat geen larven van lastige insecten.
- Pellets geven voeding af bij watergeven en zijn makkelijk doseerbaar.
- Bevat belangrijke sporenelementen nodig voor gezonde groei.
- Gebruik mestkorfjes op een hellend bodemoppervlak.
- Vervang pellets na zes weken.
- Bladvoeding: elke maand een oplossing van 3 pellets Bio-gold/liter water als groeistimulator.
- Alternatieven: Foliaere Green Power, PK van Matsu, Bio-gold Vital.
Bemestingsformules
- Formule: N3-P5-K2 + MgO
- Sporenelementen: B, Cu, Fe, Mn, Zn, Co, Mo
Proef met Green King (2021)
- Kleinere pellets voor betere verspreiding en gelijkmatigere wortelgroei.
- Alternatief: meststof fijn malen voor nog betere verspreiding, maar snellere doorvoer naar wortels.
- Trage afgifte van voeding (slow release) is belangrijk voor gelijkmatige wortelgroei.
Wanneer starten met bemesting?
- Loofbomen (bladverliezers): start wanneer de knoppen beginnen te openen. Wacht tot minstens 20% volwassen blad aanwezig is (meestal vanaf maart/april).
- Coniferen: wanneer nieuwe groei zichtbaar is (meestal maart/april).
Bomen met speciale noden: Pinus
- Jonge opgroeiende planten: geef voldoende meststof vanaf februari tot de herfst.
- Gevorderde bonsai:
- Vroeg in het jaar (vanaf februari): mengsel met vis en/of bloedmeel (stikstof 13-0-0) voor knopvorming en biologisch leven.
- Eind april: overschakelen naar lichte organische meststof (bijv. Bio-gold of Tibolar in kleine dosis).
- Vanaf september/oktober: nieuwe naalden zijn volgroeid, geef vis- en bloemmeel en vanaf half tot eind oktober (afhankelijk van weersomstandigheden) overschakelen op 0-10-10 voor winterharding.
Elementen in meststof
- Stikstof (N): essentieel voor chlorofyl en eiwitbouwstenen, bevordert algemene groei. Gebrek leidt tot slechte groei en lichtgele bladverkleuring. Oplossing: aangieten met bloedmeel.
- Fosfor (P): nodig voor energiestofwisseling, ontwikkeling van bloemen en vruchtzetting. Gebrek leidt tot dunne groei en slechte wortelontwikkeling. Oplossing: meststof met hogere fosforwaarde.
- Kalium (K): belangrijk voor stofwisselingsprocessen en winterhardheid. Gebrek leidt tot gele of bruine bladeren tussen de nerven. Oplossing: potas bijgeven of meststof met meer kalium.
- Calcium (Ca): nodig voor celopbouw en vermeerdering, positief voor bodemstructuur. Gebrek leidt tot zwakke groei en resistentie tegen ziektes.
- Magnesium (Mg): onmisbaar voor fotosynthese. Gebrek leidt tot gele randen op oudste bladeren. Oplossing: magnesiumhoudende meststof.
- Mangaan (Mn): gebrek leidt tot gele bladeren tussen de nerven. Oplossing: mangaan bijgeven.
- Sporenelementen: Boor (B), Koper (Cu), IJzer (Fe), Mangaan (Mn), Zink (Zn), Kobalt (Co), Molybdeen (Mo) zijn meestal in kleine hoeveelheden aanwezig in grondmengsels of meststofmixen.
- IJzer (Fe): gebrek leidt tot verkleurd blad tussen de nerven. Oplossing: turf bijvoegen om de pH-waarde te verlagen.
Enkele experimentele meststoffen
- Chelal-gamma: producten met gechelateerde sporenelementen.
- DCM-mix 2: 7-6-12 + 4 MgO
- Osmocote: met hoge stikstofwaarden, vooral voor opkweek van bomen.
Meststofkorfjes
- Voorkomen dat meststofkorrels van het bodemoppervlak rollen bij watergeven.
- Gebruik sisaltouw rond de contouren van de potten om weggespoelde korrels te voorkomen en het water beter te laten doordringen.